Zoals ik in het voorgaande bericht al had gemeld werd de petroglyphen-tour afgesloten met een
bezoek aan het hooggelegen dorpje RIO GRANDE. Het was vroeger een strategische plaats voor de passerende karavanen. Op deze zeer afgelegen plek wonen nu nog maar 96 inwoners. De karakteristieke huizen zijn gemaakt van stenen uit de nabijgelegen steengroeve en samengevoegd met klei en stro. Ook de daken zijn van stro.
De volgende dag was de archeologie aan de beurt.
Het eerste bezoek was aan TULOR. Een grotendeels onder het woestijnzand verdwenen dorpje van zo'n 3000 jaar oud. De architectuur van die tijd bestond uit ronde adobe gebouwen met een konisch dak, die door middel van gangen met elkaar waren verbonden.
Toegangsmuur
Reconstructie
De muren worden met de hand met adobe gepleisterd
Dakconstructie
Daarna op naar PUCARA DE QUITOR. Ook de ligging van dit uit de 12e eeuw daterende dorpje was van strategisch belang. Later volgde een bezetting door de Inca's. De Spanjaarden vielen er in 1540 binnen. De bewoners hadden nog nooit paarden, metalen helmen en geweren gezien en waren een makkelijke prooi. Al de "chiefs" werden onthoofd.
Pucara is gerestaureerd in 1981 en meteen daarna uitgeroepen tot Nationaal Monument.
Mooi, mooi, mooi!!!
ReplyDelete